Wijzigingswet Wet op het primair onderwijs (verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen van basisscholen)
Wet van 2 december 1999 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen van basisscholen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen van basisscholen wenselijk is om in de wet expliciet aan te geven dat de personeelsformatie die basisscholen ontvangen afzonderlijk wordt berekend en toegekend voor de onder- en bovenbouw;
dat daartoe de Wet op het primair onderwijs dient te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]
Artikel II
De in deze wet opgenomen wijzigingen zijn voor wat betreft de vaststelling van de formatie voor de eerste maal van toepassing op het schooljaar 2000-2001. Voor wat betreft de vaststelling van de vergoedingen voor de materiƫle instandhouding zijn de wijzigingen voor de eerste maal van toepassing op het kalenderjaar 2001.
Artikel III
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 maart 2000.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 2 december 1999
Beatrix
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K. Y. I. J. Adelmund
Uitgegeven de zestiende december 1999
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals